Hoe jouw horecazaak de eerste zonnestralen maximaal benut

In maart gebeurt er iets magisch. De eerste zwakke zonnestralen breken door, de vogels fluiten iets zelfverzekerder, en ergens—misschien bij jou op het terras—waagt een optimist zich zonder jas naar buiten. Je herkent ze meteen: een winterbleke huid, een vastberaden blik en de woorden "Doe maar een wijntje. Ja, buiten. Ja, echt."

De eerste terrasgast: een fenomeen op zich

Deze vroege terrasganger trotseert temperaturen die amper boven de tien graden uitkomen. Het maakt niet uit. De sjaal wordt nonchalant om de stoel geslagen, een zonnebril verschijnt uit het niets en het glas wordt met een zweem van triomf opgeheven. "Het terrasseizoen is geopend," lijkt hij te willen zeggen.

En zo begint het: het jaarlijkse ritueel van terrasuitbreiding, kussens afstoffen en personeel voorbereiden op de eindeloze vraag: "Kan die heater ietsje hoger?"

[products=blog_terraskoorts]

Hoe maak je van dit terrasseizoen een knaller?

• Timing is alles: Zodra de eerste zonnige dag zich aandient, moet je klaarstaan. Een extra vroege opening, een zonnig Instagram-bericht—haal die eerste terrasgasten binnen.
  
  
• Lentekaartje: Van frisse cocktails tot lichte lunchgerechten—zorg dat je iets nieuws te bieden hebt. Misschien een speciale Eerste Zon Special voor de durfal die als eerste buiten zit?
  
  
• De juiste sfeer: Kussens, dekentjes, heaters... (en laten we eerlijk zijn, een goede terrasheater is de geheime held van het vroege terrasseizoen—zodat je gasten én je omzet niet voortijdig afkoelen!)

Dus, horecatijgers, poets die tafels op, zet de stoelen recht en laat de lente maar komen. Want zodra die eerste terrasgast zit, volgen er vanzelf meer. En wie weet? Misschien ben jij dit jaar degene die triomfantelijk zijn zonnebril opzet en roept: "Doe maar een wijntje. Ja, buiten. Ja, echt."